text.skipToContent text.skipToNavigation
Producten
Sluiten
Sluiten

Vloerverwarming aanleggen

Wanneer het buiten koud is, zorgt vloerverwarming voor een aangenaam klimaat in huis. Daarnaast verspreidt het de warmte evenredig door de ruimte. Vloerverwarming aanleggen kan ingewikkeld zijn, maar in dit artikel leest u alles over het aanleggen van vloerverwarming, verschillende soorten vloerverwarming en de benodigde materialen.

Wat zijn de voordelen en nadelen van vloerverwarming?

Kiest u voor het aanleggen van vloerverwarming? Goede keuze, want vloerverwarming heeft veel voordelen ten opzichte van traditionele verwarming. Daarnaast zijn er ook een aantal nadelen. We hebben ze hieronder voor u op een rijtje gezet.

Voordelen van vloerverwarming

  • Constante verwarming. Bij vloerverwarming wordt de ruimte continu verwarmd om de ingestelde temperatuur te behouden. Daarbij verwarmt u niet alleen het water, maar ook het omliggende beton of de houten of stenen vloer.
  • Lage stookkosten. Vloerverwarming verwarmt, in tegenstelling tot conventionele radiatoren, de gehele vloer met warm water uit de cv-ketel. De warmte stijgt vanuit de houten of stenen vloer, waardoor de ruimte 100% wordt verwarmd. Hiermee worden veel stookkosten bespaard.
  • Betere warmteverdeling. Bij conventionele radiatoren wordt slechts de ruimte rondom de warmtebron verwarmd. Aangezien vloerverwarmingsbuizen door de hele vloer liggen, zal de gehele ruimte worden verwarmd.
  • Goed voor de ruimte. Wanneer een ruimte slechts op sommige plekken wordt verwarmd, ontstaan koude, onverwarmde hoeken. Deze koude hoeken zijn vatbaar voor vocht, condens en schimmelvorming. Dit probleem ontstaat minder snel met vloerverwarming, omdat daarbij doorgaans ook alle hoeken worden verwarmd.
  • Schonere lucht. Doordat er geen koude kamers in de woning ontstaan, blijven de kamers schimmelvrij. Daarnaast zorgt een lagere luchtvochtigheid ook voor minder huisstofmijt.
  • Geen radiatoren in het zicht. Omdat vloerverwarming zich onder de vloer bevindt, hoeft u geen radiatoren uit het zicht te werken. Daarnaast blijft er hierdoor ook meer ruimte over voor bijvoorbeeld meubels of planten.

Nadelen vloerverwarming

  • Langzamere temperatuurwisselingen. Vloerverwarming biedt een constante verwarming. Hierdoor is het niet mogelijk om snel grote temperatuurverschillen toe te passen. We raden daarom aan om de vloerverwarming op een vaste temperatuur te laten staan en niet voor een paar uur uit te zetten.
  • Prijzige investeringkosten. Bij vloerverwarming worden er buizen onder de vloer gelegd, wat zorgt voor hoge investeringskosten. Tip: leg een vloerverwarming aan op het moment dat u een nieuwe vloer neemt. Dit scheelt in de portemonnee.

Welke soorten vloerverwarming bestaan er?

Vloerverwarming bestaat in de vorm van hoofdverwarming of bijverwarming. Bij hoofdverwarming zorgt vloerverwarming voor (bijna) de gehele warmtevraag. Bij bijverwarming zorgen andere warmtebronnen, zoals radiatoren of panelen, voor de meeste warmte. Vloerverwarming in de vorm van bijverwarming wordt meestal gebruikt voor een aangename warme vloer in huis.

Er bestaan vier verschillende soorten systemen voor vloerverwarming: 

  • ​​​​​​​Elektrische vloerverwarming
  • Draadmatten
  • Noppenplaten
  • Infrezen

Bij draadmatten, noppenplaten en infrezen wordt er gebruik gemaakt van warm water. Elektrische vloerverwarming werkt op, u raadt het al, elektriciteit. Aan de ene kant is het aanleggen van elektrische vloerverwarming vaak eenvoudiger en goedkoper. Daarnaast wordt de vloer sneller warm dan vloerverwarming op basis van warm water. Aan de andere kant is elektrische vloerverwarming hoog in energieverbruik, heeft het een mindere bufferwerking en een hogere CO2-uitstoot dan vloerverwarming op basis van warm water.

Elektrische vloerverwarming aanleggen

Plaats elektrische vloerverwarming altijd in een ruimte met radiatoren. Leg elektrische vloerverwarming bijvoorbeeld in de keuken, onder een houten vloer in de woonkamer of in de gang. U legt elektrische vloerverwarming als volgt aan: 

Plaats elektrische vloerverwarming altijd in een ruimte met radiatoren. Leg elektrische vloerverwarming bijvoorbeeld in de keuken, onder een houten vloer in de woonkamer of in de gang. U legt elektrische vloerverwarming als volgt aan: 

  • Bestudeer de overzichtstekening aandachtig. Hierop kunt u terugzien hoe de vloerverwarming uiteindelijk komt te liggen. Zo komt u niet voor verrassingen te staan.

  • Bereken hoeveel verwarmingsmatten u nodig heeft. Dit doet u door de ruimte van muur tot muur te meten. Trek hierna van de lengte- en breedtemaat 20 cm af. De kleinste maat deelt u vervolgens door de breedte van de elektrische verwarmingsmat. Tel hier een paar centimeter bij op voor speling. Rond hierna af op hele banen, hierdoor wordt duidelijk hoeveel verwarmingsmatten u nodig heeft.

  • Maak een ontwerp van de ruimte. Bepaal hoe de matten worden neergelegd en hoeveel u er van iedere maat nodig zult hebben.
    Tip: elke mat heeft twee leidingen: deze moeten beide verbonden worden met de thermostaat van de elektrische vloerverwarming.

  • Bepaal waar de thermostaat en de sensor moeten komen en neem dit op in het ontwerp. De thermostaat dient op ooghoogte te worden geplaatst, daarnaast dient deze aangesloten te worden op het stroomnet. Sluit de thermostaat aan met een geaard snoer en een geaarde stekker.
    Tip: plaats de thermostaat niet te dicht bij ramen, deuren en andere warmtebronnen of verwarmingselementen.

  • Maak de ondergrond vlak. De ondergrond dient schoon en egaal te zijn, dit geldt ook voor een betonnen vloer. Zet in het geval van een houten vloer de planken goed vast, waarna u kunt egaliseren met een spaanplaat. Hierna kunt u daar bovenop een laag isolatieplaten in halfsteensverband leggen. De platen kunt u verbinden met duct tape.

  • Test de elektrische vloerverwarmingsmatten. In de gebruiksaanwijzing van de matten staat vaak duidelijk aangegeven hoe u deze controleert.

  • Plaats de thermostaat en eventueel een connectiebox. Het opbouwkastje plaatst u op ooghoogte aan de muur. Hierna plaatst u een kabelgoot naar beneden. Deze is bedoeld voor de bedrading van de elektrische vloerverwarming. Gebruikt u meer dan twee matten? Plaats dan een connectiebox aan het einde van de kabelgoot, daar waar de draden van twee of meer matten samenkomen. Vanaf de connectiebox kunt u vervolgens draden leggen naar de thermostaat.

  • Plaats de sensor. Wanneer u de eerste mat uitlegt, kunt u de sensor plaatsen tussen de rijen verwarmingskabels in. Hierbij is het van belang dat de sensor door een koperen of plastic electrapijp wordt geleid. Hierdoor blijft het mogelijk om de sensor te vervangen.

  • Meet de temperatuur. Hierbij legt u de sensor twintig à dertig cm van de kant. De draden van de sensor leidt u via de kabelgoot naar de thermostaat.

  • Plaats de vloerverwarmingsmatten en verbindt deze parallel met elkaar. Per mat plaatst u een blauwe, bruine en aardedraad naar de connectiebox. Leg de matten met de metalen zijde naar boven, zonder dat de witte draden zichtbaar zijn, 10 cm van de muur. Belangrijk is dat de matten plat worden neergelegd en niet knakken. Het metaalfolie van de mat snijdt u in tot 10 cm vanaf de muur. Het restant draait u 180 graden, waarna u deze in de volgende baan legt. Ook hierbij komt de metalen zijde aan de bovenkant. Leg de rest van de matten op 3 cm afstand van elkaar.
    Let op: houd ruimte voor de draden naar de connectiebox en voorkom hoogteverschillen. Dit kunt u doen door een kuiltje of gootje voor de draden te maken.

  • Plak de vloerverwarmingsdraden af. Dit kunt u het beste doen met aluminium tape. Verbind daarbij ook de matten onderling.

  • Strip bij de connectiebox 10 cm van elke zwarte manteldraad. De gevlochten aardedraad duwt u bij elke draad naar achter. Door een gaatje in de aardedraad te maken met een kleine schroevendraaier, kunt u de bruine of blauwe draad er door halen. Hierna vlecht u alle aardedraden in elkaar.

  • Strip een halve cm van de blauwe en bruine draden. In de connectiebox bevindt zich een strip waarop de blauwe draden worden aangesloten. Vanaf deze strip legt u een blauwe draad, door de kabelgoot, richting de thermostaat. Hetzelfde doet u voor de bruine draden, waarna u een bruine draad door de kabelgoot naar de thermostaat legt. De gevlochten aardedraad geleidt u met een half kroonsteen en extra draad naar de thermostaat.

  • Leid de twee sensordraden, door de kabelgoot, naar de thermostaat. Vanaf een geaard stopcontact leidt u de netstroomdraad naar de thermostaat.

  • Sluit de rest van de draden aan op de thermostaat en verbind de draden aan de nummers. De twee aardedraden worden verbonden via een kroonsteentje. De rest van de draden worden volgens het schema verbonden aan de thermostaat.

  • Bevestig de thermostaat op het opbouwkastje. Sluit hierna de connectiebox en steek de stekker in het geaarde stopcontact. Controleer hierna of de elektrische vloerverwarming werkt. Werkt deze niet? Controleer dan opnieuw alle stappen.

Vloerverwarming op basis van warm water aanleggen

Vloerverwarming op basis van warm water wordt op een andere manier aangelegd dan elektrische vloerverwarming. Een vloerverwarmingssysteem met warm water wordt aangesloten op de cv-ketel. Het warme water circuleert bij dit systeem door de vloerverwarmingsbuizen. Het aanleggen van vloerverwarming op basis van warm water kan op twee verschillende groepen: droogbouw en natbouw. Hieronder leggen we u het verschil uit.

Natbouwsystemen

De meest gebruikte variant van vloerverwarming is een natbouwsysteem. Bij natbouwsystemen worden buizen in cement geplaatst. Een voordeel van dit type systeem is dat het vaak een stuk goedkoper is dan de droogbouw variant. Nadelen van natbouwsystemen zijn dat de warmtegeleiding meer tijd nodig heeft om op te warmen en dat het opdrogen van het cement vaak anderhalve week duurt. Daarbij mag de vloerverwarming pas na zeven of acht weken gebruikt worden. Het infrezen van vloerverwarming is een voorbeeld van een natbouwsysteem.

Vloerverwarming infrezen

Bij het aanleggen van een natbouwsysteem kunt u kiezen voor de optie infrezen. Hierbij legt u de vloerverwarmingsbuizen in de bestaande dekvloer. De dekvloer hoeft er in dit geval niet uitgehaald te worden, waardoor u niet veel hoeft te breken bij een nieuwe vloer of nieuwe vloerverwarming. Daarnaast is er geen extra opbouwhoogte nodig, waardoor deuren niet ingekort hoeven te worden. Voor het infrezen van vloerverwarming heeft u een betonfreesmachine nodig, daarna kunt u als volgt aan de slag:

  • Bepaal het patroon waarin de buizen worden aangelegd. Teken dit patroon op de vloer, door middel van het tekenen van lijnen.

  • Frees de sleuven langs de aangegeven lijnen. Let hier goed op de benodigde diepte, waarbij u rekening houdt met de diepte van de vloer.

  • Leg de buizen van de vloerverwarming na het frezen in de uitgefreesde sleuven.

  • Vul de uitgefreesde sleuven op met cementpap. Laat dit vervolgens drogen.

  • Leg de vloerbedekking egaal over de vloerverwarmingsbuizen heen.

Droogbouwsystemen

Droogbouwsystemen worden toegepast onder stabiele en vlakke gronden. Waar natbouwsystemen vaak onder cement worden geplaatst, kan dit type systeem onder bijna ieder soort vloerbedekking geplaatst worden. Het aanleggen van een droogbouwsysteem is vaak snel gebeurd door de voorgevormde materialen. Een voordeel van dit type systeem is dat het systeem veel zuiniger is dan een natbouwsysteem: de besparing kan zelfs oplopen tot 20%. Een nadeel is dat een droogbouwsysteem vaak prijziger is dan de natbouw variant. Voorbeelden van droogbouwsystemen zijn noppenplaten, draadstaalmatten en elektrische vloerverwarming.

Noppenplaten vloerverwarming

Noppenplaten zijn een pakket van vloerverwarming en isolatie in een. De platen bestaan uit een laag EPS, waarop een kunststof plaat met noppen is bevestigd. De vloerverwarmingsbuis wordt tussen de noppen bevestigd. EPS is van kunststof en wordt gemaakt van polystyreen. Noppenplaten worden eenvoudig aangelegd: dit kan zelfs in een dag. Daarnaast houden noppenplaten de warmte lang vast. Noppenplaten legt u als volgt aan:

  • Zorg dat de ondergrond droog, vlak en vrij van hindernissen is.

  • Hecht de isolatie aan alle muren die in contact staan met het verwarmde vloeroppervlak, door middel van de kleefband. Door de randisolatie vermindert de kans op scheurvorming. Gebruikt u randisolatie met folie? Zorg er dan voor dat de folie aan de kant van de vloer zit.

  • Bepaal met behulp van een rolmaat de hoogte van de verdeler. De onderkant van de verdeler komt ongeveer 40 cm van de grond, zodat je voldoende ruimte hebt om de vloerverwarmingsbuizen aan te sluiten.

  • Plaats de verdeler met de aanvoer en retouraansluiting naar boven, tegen de muur, en hang deze recht met behulp van een waterpas. Wanneer de verdeler recht hangt, tekent u de vier boorgaten af met een potlood of pen.

  • Boor de vier gaten met een boormachine. Boor diep genoeg, zodat de plug volledig in de muur bevestigd kan worden.

  • Bevestig de verdeler met de bijgeleverde bouten en draai deze vast met een ringsleutel.

  • Leg de noppenplaten overal in de ruimte waar vloerverwarming moet komen.

  • Zorg dat de noppenplaten netjes in elkaar overlopen en gebruik de overlapping om de noppenplaten aan elkaar te bevestigen.

  • Maak obstakels vrij met een stanley mes. Nu de noppenplaten liggen, legt u de eerste groep vloerverwarmingsbuizen aan. Sluit de slangen aan op de verdeler.

  • Gebruik de onderste koker van de verdeler als aanvoer en draai de koppelingen vast met een steeksleutel.

  • Rol de vloerverwarmingsbuis als een wiel voor u uit en duw de buis in de noppenplaten. Leg de vloerverwarmingsbuis 10 tot 15 cm uit elkaar in een slakkenhuispatroon. Belangrijk is dat de buis niet knikt, hierdoor kan de zuurstofdichte laag beschadigd raken.

  • Zorg ervoor dat de groepen nooit langer worden dan 120 meter en sluit vervolgens de retour aan op de bovenste koker van de verdeler.

  • Na het aanleggen van alle systemen kunt u de vloerverwarming testen.

  • Plaats nu de thermostaatknop op het aanvoer voetventiel. Deze zit aan de rechterkant op de bovenzijde van de verdeler.

  • Draai de blauwe beschermkap eraf en draai de thermostaatknop er op. Stel deze in op maximaal 40 graden.

  • Plaats de capillair rechts onderin de verdeler in het daarvoor bestemde buisje. De verdeler is nu klaar voor gebruik.

Draadstaalmatten vloerverwarming

Vloerverwarming in de vorm van draadstaalmatten zijn erg geschikt voor verbouwingen en nieuwbouwprojecten, omdat deze vorm van vloerverwarming de laagste opbouwhoogte heeft. Draadmatten zijn eenvoudig te leggen en worden vaak voor grote oppervlaktes gebruikt. Daarnaast zijn de matten gemakkelijk op maat te knippen, waardoor ze in elke situatie toegepast kunnen worden. De vloerverwarmingsbuizen worden door middel van tie-raps of mattenverbinders aan de draadmat bevestigd. Het aanleggen van vloerverwarming door middel van draadstaalmatten gaat als volgt:

  • Zorg ervoor dat de ondergrond droog, vlak en vrij is van hindernissen.

  • Door middel van een kleefband hecht u de isolatie tegen alle muren die in contact staan met het verwarmde vloeroppervlak. De randisolatie vermindert de kans op scheurvorming. Gebruikt u randisolatie met folie? Zorg er dan voor dat u de folie aan de kant van de vloer plaatst.

  • Met behulp van een rolmaat bepaalt u de hoogte van de verdeler. De onderkant van de verdeler komt ongeveer 40 cm van de grond, zodat voldoende ruimte ontstaat om de vloerverwarmingsbuizen aan te sluiten.

  • De verdeler plaatst u met de aanvoer en retouraansluiting tegen de muur naar boven. Hang deze daarna recht met een waterpas.

  • Teken waar de vier boorgaten moeten komen met een potlood of pen.

  • Boor de vier aangetekende boorgaten. Zorg hierbij dat u diep genoeg boort, waardoor de plug volledig in de muur bevestigd wordt. De verdeler bevestigt u met bouten. Draai deze vast met een ringsleutel.

  • Leg de draadstaalmatten neer in de ruimte waar de vloerverwarming komt te liggen. Zorg dat de matten goed in elkaar overlopen, dit is belangrijk voor het leggen van de vloerverwarmingsbuizen.

  • Knip met behulp van een betonschaar de draadstaalmatten op maat.

  • Maak de draadstaalmatten aan elkaar vast met behulp van een mattenverbinder. Hierna kan de eerste groep verwarmingsbuizen worden gelegd.

  • Sluit de verwarmingsbuizen aan op de verdeler.

Het aanleggen van vloerverwarming in bestaande woningen

Tegenwoordig is het ook mogelijk om vloerverwarming aan te leggen onder een bestaande vloer. Hieronder leggen we uit welke opties hiervoor mogelijk zijn. De volgende vloertypes zijn geschikt voor het leggen van vloerverwarming in een bestaande woning:

  • ​​​​​​​Tegels
  • Een gietvloer
  • Een houten vloer
  • Bepaalde soort laminaat
  • Speciale vloerbedekking

Een bestaande vloer infrezen

De gemakkelijkste manier om vloerverwarming aan te leggen in een bestaand huis, is door middel van infrezen. Bij infrezen wordt de vloer namelijk niet hoger, waardoor internetkabels en andere lage aansluitpunten kunnen blijven zitten. Controleer altijd eerst of de constructie sterk genoeg is en of de vloer vloerverwarming kan dragen.

Vloerverwarming op bestaande vloer

Deze methode is minder ingrijpend dan infrezen. Bij dit systeem komt de vloerverwarming op de bestaande dekvloer te liggen. Hierdoor wordt de vloeropbouw groter. De verwarmingsbuizen worden in een isolatiepakket gelegd, waarbij het isolatiepakket zich op de dekvloer bevindt. Metalen lamellen zorgen ervoor dat de warmte goed verdeeld wordt over het grondoppervlak, waarbij de warmte naar boven uitstraalt.

Het aanleggen van vloerverwarming op een houten vloer

Het aanleggen van vloerverwarming is niet bij alle houten vloeren mogelijk. Wanneer u vloerverwarming aanlegt, droogt een houten vloer van onderen snel uit. Aan de bovenkant heeft de vloer een ander klimaat, waardoor de vloer bol of hol kan trekken. Nerveuze houtsoorten als Beuken, Jatoba en Zwarte Kabbes zijn niet geschikt voor vloerverwarming. Eikenhout is wel geschikt voor vloerverwarming. Omdat een brede plank meer werking bezit dan een smalle plank, kunt u het beste kiezen voor een smalle plank. Kies altijd voor een plank met een maximale breedte van 23 cm. Lamelplanken worden vaak gebruikt bij vloerverwarming. Een lamelplank is een samengestelde plank, die bestaat uit een onderlaag en een toplaag. De onderlaag dient goed verlijmd te zijn, kies daarom voor een multiplex onderlaag. Voor de toplaag kunt u kiezen voor een houten toplaag. Hoe dikker de houten vloer is, hoe harder u zult moeten stoken om de vloer te verwarmen. Om zo min mogelijk geld kwijt te zijn aan stookkosten, doet u er goed aan om de vloerverwarming onder een dunne houten vloer te leggen. U kunt deze vloer het beste rechtstreeks verlijmen. Op deze manier gaat de warmte direct door de houten plank. Wanneer u de houten vloer niet verlijmt, blijft de warmte tussen de plank en het beton hangen. Dit zorgt ervoor dat u meer moet stoken. Het meeste rendement behoudt u dus, door een zo dun mogelijke houten plank te verlijmen. Wanneer de vloerverwarming goed wordt aangelegd en afgewerkt, kunnen alle vloerverwarmingssystemen worden gebruikt bij een houten vloer. Het is van belang dat de vloerverwarming op de juiste manier wordt aangelegd. Controleer daarom altijd of de afwerking van de vloerverwarming juist is uitgevoerd. Is dit niet het geval, dan kan de houten vloer beschadigd raken en zal de warmte van de vloerverwarming verloren raken.

Vloerverwarming legplan

Het leggen van vloerverwarmingsbuizen kan in twee patronen: in een meander legpatroon en een slakkenhuis legpatroon. Bij een legpatroon neemt de warmteafgifte af naarmate de vloerverwarmingsleiding langer wordt. Hieronder leggen leggen we het verschil uit tussen de twee legpatronen, zo weet u precies welk legpatroon aansluit bij uw wensen.

Meander legpatroon

Meander legpatronen worden meestal gebruikt, wanneer sprake is van een koude wand. Dit is vaak aan de kant waar grote ramen aanwezig zijn. De warmteafgifte is bij de ramen hoger, waardoor de kou wordt tegengehouden. Een nadeel is dat de warmteverdeling hierdoor niet gelijk is, omdat de warmteafgifte bij de ramen hoger is dan bij de rest van de ruimte. Bij een meander legpatroon worden daarnaast veel bochten aangelegd, waardoor de weerstand in de vloerverwarmingsleiding verhoogd wordt. Dit kan zorgen voor ruis in de leiding.

Slakkenhuis legpatroon

Een slakkenhuis legpatroon dankt zijn naam aan het uiterlijk van een echt slakkenhuis. Hierbij wordt vanuit de buitenste randen steeds meer naar binnen gewerkt. In tegenstelling tot een meander legpatroon komen de aanvoer en retour verwarmingsbuizen bij een slakkenhuis legpatroon naast elkaar te liggen. Bij dit type legpatroon heeft de vloer bijna overal dezelfde temperatuur. Teken het legpatroon van te voren uit, zodat u weet hoeveel meter u nodig heeft tijdens het aanleggen van de vloerverwarming. Zo komt u niet voor verrassingen te staan.